1. FADES IN MASTERING
Je moet altijd fades gebruiken bij het masteren. Altijd aan het begin en einde van het nummer om barsten te vermijden, die als extreem vervelend worden ervaren. Als richtlijn kun je hier uitgaan van 4 - 6ms en fade-ins & fade-outs instellen.
2. WERK IN MINIMAAL 24 BIT
De mastering moet minimaal 24-bit of hoger zijn in de DAW-sessie. 24 bit heeft een dynamisch bereik van 144dB - 1 bit is 6dB dynamiek weg. Het is hierbij belangrijk dat de opnames en de mix natuurlijk ook met minimaal 24 bits zijn gemaakt - op deze manier bereiken we gedetailleerdere resultaten en bereiken we in het algemeen meer luidheid.
3. MASTER IN LAGE MONITORING VOLUME
Rustig luisteren beschermt niet alleen je oren, maar stimuleert je kamer ook niet zo, waardoor je tijdens het luisteren minder moeite hoeft te doen met delen van de kamer. Op deze manier kunt u de dichtheid maar ook de transparantie binnen het materiaal beter inschatten.
Zodra je klaar bent met de master, moet je ook je monitoren luider zetten. Hier kun je dan uitstekende frequenties opmerken die niet zo effectief zijn als je rustig luistert. Zodra we de master hard zetten merk je al snel of het volume sterk verandert.
4. DRAAI DE MOTOWN TRICK OF PARALLELLE COMPRESSIE AAN!
Met behulp van parallelle compressie kunt u een sterk gecomprimeerde versie mengen met het origineel. Zo verlies je de transparantie en dynamiek van je mix niet.
De hoofdtrack wordt bijvoorbeeld gekopieerd en vervolgens met behulp van een audiocompressor zeer zwaar gecomprimeerd. Vervolgens draai je de gekopieerde track langzaam harder totdat deze samen met de hoofdtrack een geweldig geluid produceert. Het geheel klinkt meer aanwezig, voller en vetter! Een emulatie van de 1176 is bijvoorbeeld geschikt als plug-in
5. GEBRUIK NIET TE VEEL COMPRESSIE BIJ MASTERING
U dient de Master Compressor met de nodige voorzichtigheid te gebruiken! In de regel pikken we hier alleen signaalpieken op. Bij te veel compressie lijdt het dynamische bereik enorm en verliest het nummer zijn levendigheid.
Zorg er dus voor dat de gain-reductie niet onder de -3db komt, gebruik langere attacktijden, maar kortere releasetijden. Daarnaast is een zijketenfilter tot 250 Hz geschikt om de compressor niet extra te stimuleren met een kickdrum of een subbas.
6. WERK MET AUTOMATISERING IN MASTERING
Gebruik automatiseringen voor bijvoorbeeld intro's, outro's of bruggen. In de regel hebben we vaak stille passages die we via automatisering moeten aanpassen, aangezien deze niet worden aangepakt door de compressor. Dat is maar goed ook, want als we de compressor zo instellen dat hij ook de rustige passages oppikt, zouden de luide passages ondynamisch en te veel gecomprimeerd zijn.
Het is het beste om automatisering te gebruiken om de stille delen aan te passen voordat u de compressor opnieuw afstelt!
Om de master te beoordelen, is het altijd goed om een breed scala aan monitoringopties te gebruiken en de master op de proef te stellen. Dit doe je in de eerste plaats met je studiomonitoren! Vergeet echter niet dat normale muziekluisteraars conventionele systemen gebruiken, zoals een keukenradio, in de auto of op een Bluetooth-box. Daarom moet u bij dergelijke systemen ook controleren of de meester hier de overhand heeft.
8. VERMIJD OVERSCHATTE PLUGINS!
Door de 24-bits architectuur die nu voor ons beschikbaar is, hebben we in principe allerlei opties om ons dynamisch bereik te behouden en toch een nummer heel hard te krijgen. Vermijd clipping in plug-ins - er zijn genoeg manieren om een nummer luid te krijgen zonder dat het vervormt. Als plug-ins clippen - d.w.z. rood knipperen - kan dit leiden tot ongewenste artefacten in het audiomateriaal.
9. STUUR HET BOUNCE-PROCES DOOR!
Wanneer u plug-ins gebruikt voor mastering, heeft uw computer veel rekenkracht nodig, vooral wanneer u zich in het bounceproces bevindt. Zet je startmarker iets voor het eigenlijke nummer, zo voorkom je problemen doordat je computer de plug-ins te laat berekent.
10. A/B-VERGELIJKING MET REFERENTIES!
Je hebt vast een goed rolmodel voor je, dat schittert met een geweldige mix en een geweldige meester. Doe hier je voordeel mee en vergelijk je master met andere producties en zoek naar inherente kenmerken zoals presence, basbereik, etc.
Met een A/B vergelijking werk je objectiever en verlies je je doel niet zo snel uit het oog.Toon to change this text. Belangrijk hierbij: Meet de luidheid van beide titels en vergelijk ze om ze objectief te kunnen vergelijken.